 
													| HOOFDSTUK | Sociale interactie gedurende de levensloop | 
| NAAM VAN DE ACTIVITEIT | Hoe kan ik bijdragen aan sociale interactie? | 
| DOEL | · Nadenken over hoe leeftijdsdiscriminatie de sociale participatie van ouderen beïnvloedt. · Strategieën ontwikkelen om dit vooroordeel te bestrijden en sociale interactie en participatie te bevorderen. | 
| METHODEN | Deze casestudy’s kunnen online worden uitgevoerd en kunnen gemakkelijk in een face-to-face-formaat worden gebruikt. Het omvat reflectie in kleine groepen, gevolgd door een begeleide groepsdiscussie. | 
| TIJDSDUUR | 1 uur · 30 min.: Reflectie in kleine groepen · 30 min.: Groepsdiscussie | 
| BENODIGDE MIDDELEN | · Casestudy’s (1 per groep) | 
| INSTRUCTIES | 1. Uitdelen van casestudy’s: Maak groepen van 3 tot 5 personen, afhankelijk van het aantal deelnemers, en wijs elke groep een casestudy toe (zie de casestudy’s hieronder). Als de casestudy’s niet voldoende zijn voor het aantal deelnemers, kan de facilitator extra casestudy’s toevoegen. 2. Discussie in kleine groepen: Elke groep leest de casestudy en analyseert de impact van de situatie aan de hand van de volgende vragen: · Hoe beïnvloeden deze ervaringen de sociale participatie van de personages? · Wat zijn de mogelijke langetermijngevolgen voor elk personage en de gemeenschap? Vervolgens moet de groep zich richten op het identificeren van mogelijke oplossingen en strategieën om elk personage te helpen, waarbij wordt nagedacht over hoe: · Leeftijdsdiscriminatie in de gemeenschap van de personages kan worden bestreden. · De mogelijkheden voor sociale participatie van ouderen vergroten. · De gemeenschap voorlichten over de waarde van intergenerationele inclusie. 3. Groepspresentatie: Na 30 minuten komen de groepen weer bij elkaar om de gevonden oplossingen en strategieën te presenteren in een discussie van 30 minuten. 4. Rol van de facilitator: De facilitator documenteert de belangrijkste oplossingen en strategieën die door de groep zijn gedeeld en geeft een overzicht van de bevindingen. | 
| REFERENTIES | – | 
Marie is een 72-jarige vrouw die onlangs naar een nieuwe stad is verhuisd na het overlijden van haar man. Ze wil graag nieuwe vrienden maken en zich inzetten voor activiteiten in de buurt. Marie probeert zich in te schrijven voor een schildercursus in het plaatselijke buurthuis, maar krijgt te horen dat de cursus “meer geschikt is voor jongere mensen”. Ze solliciteert ook naar een vrijwilligersfunctie bij een bibliotheek, maar merkt dat de organisatoren aarzelen om haar aan te nemen, omdat ze denken dat ze de nieuwe technologieën misschien niet kan bijhouden. Tijdens een buurtbijeenkomst probeert Marie enkele ideeën te delen om de gemeenschap te verbeteren, maar ze merkt dat haar suggesties vaak worden genegeerd of zonder goede afweging worden afgewezen. Na verloop van tijd begint Marie zich geïsoleerd en ondergewaardeerd te voelen en twijfelt ze aan haar plaats in de gemeenschap.
Jan is een 78-jarige weduwnaar die alleen woont in een appartement in het centrum van de stad. Onlangs is hij gevallen, waarbij hij zijn heup heeft gebroken, waardoor hij aanzienlijk minder mobiel is. Vóór het ongeluk ging Jan regelmatig naar een buurthuis, waar hij met vrienden kaartte en sociale contacten onderhield. Door zijn verminderde mobiliteit en angst om weer te vallen, komt hij nu echter zelden nog buiten. Zijn twee kinderen wonen in verre steden en komen maar een paar keer per jaar op bezoek. Jan heeft moeite met het gebruik van technologie, waardoor hij minder contact heeft met familie en vrienden. Hij merkt ook dat zijn voornamelijk jonge, werkende buren het te druk hebben om met hem om te gaan. Jan raakt steeds meer geïsoleerd en eenzaam, brengt het grootste deel van zijn dagen door met televisie kijken en verliest zijn interesse in zijn vroegere activiteiten. Hij vertoont sinds kort tekenen van depressie en angst, en zijn lichamelijke gezondheid lijkt snel achteruit te gaan.
Daniel en Sarah, een echtpaar dat al meer dan 50 jaar getrouwd is, woont in een klein huis aan de rand van de stad. Onlangs is bij Daniel de diagnose beginnende Alzheimer gesteld, wat hun dagelijks leven ingrijpend heeft veranderd. Sarah, ooit actief en sociaal, brengt nu het grootste deel van haar tijd thuis door als Daniel’s belangrijkste verzorger.
Door Daniels toestand nemen ze minder deel aan kerkactiviteiten en sociale bijeenkomsten, en Sarah voelt zich schuldig omdat ze hem alleen laat. Hun kinderen, die in een nabijgelegen stad wonen, kunnen vanwege hun werk en gezinsverplichtingen niet regelmatig helpen. Buren merken dat ze niet meer aan gemeenschapsevenementen deelnemen, maar lijken te aarzelen om hulp aan te bieden.
Naarmate de tijd verstrijkt, begint Sarah zich geïsoleerd en emotioneel gespannen te voelen. Ze voelt zich overweldigd door de zorgtaak, kampt met angst en slaapstoornissen en mist hun eens zo bloeiende sociale leven. Het echtpaar, dat vroeger bekend stond om hun warmte en gastvrijheid, krijgt nu zelden bezoek en hun sociale netwerk krimpt snel.
| Activiteit 2 | Actieplan voor sociale contacten | ||||||||||||||||
| 
 | 
 
													GA no:
2023-1-NL01-KA220-000156207
Funded by the European Union. Views and opinions expressed are however those of the author(s) only and do not necessarily reflect those of the European Union or the European Education and Culture Executive Agency (EACEA). Neither the European Union nor EACEA can be held responsible for them.
© 2024 | Friend partnership © All Right Reserved – Anziani Non Solo Scs – Via Lenin 55 Carpi (Italy) P.IVA E Iscr. Reg. Imp. MO 04699521219 REA MO – 341781